Orgeldraaien in Den Bosch

Adam Beekman, de opa van Cor, was ‘tuinier’, maar hij stond bekend als ‘orgeldraaijer’. Adam de orgeldraaier. Niet zo’n groot pierement want die bestonden nog niet, maar een klein duits handdraaiorgeltje of misschien was het wel een buikorgel geweest. Hij zal er ook wel bij hebben gezongen.

Zo: https://www.youtube.com/watch?v=foo0WD1Djig

Die grote straatorgels ofwel pierementen (een woord dat in deze vorm, volgens Nicoline van der Sijs voor het eerst werd gebezigd in het jaar 1890) dateren van halverwege de 19e eeuw. Toen begon de Italiaan Ludovico Gavioli in Parijs met het vervaardigen van kleine straatdraaiorgels die zó succesvol waren dat hij als de vader van het moderne draaiorgel beschouwd kan worden. Het woord pierement overigens wordt in verband gebracht met het oudhollandse woord pieren, dat ‘zwieren, pret maken’ betekent.

In veel europese landen werd straatmuziek voor die tijd gemaakt door kleine, draagbare orgels. Ze werden meestal in Duitsland vervaardigd. Replica’s van oude Berlijnse Leierkasten, zoals deze draaiorgeltjes in Duitsland genoemd worden, worden onder andere gemaakt door Orgelbaumeister Hofbauer uit Göttingen.

Cor Beekman ontmoette rond 1900 in Alkmaar een jongen wiens moeder in Rotterdam met een straatorgel liep. Zijn grootvader heette ook Adam en was marinier (hoe kan het bestaan).

Plaats een reactie