
De afstand Rotterdam-Kiel is hemelsbreed 550 km. In Rotterdam woonde stoker Beekman. In Kiel woonde kapitein Prien. Op 26 februari 1941 waren beide mannen vlakbij elkaar, een paar honderd meter, voldoende voor een paar torpedo’s op het konvooi waarin Beekman voer. Tijdens hun leven zouden ze elkaar niet dichter naderen. In hun dood liggen ze niet verder van elkaar verwijderd dan de afstand tussen hun woonadressen.
Voor alle duidelijkheid: kapitein Prien was niet de oorzaak van Beekmans dood. Dat was een piloot van een Focke Wulf bommenwerper, we kunnen kiezen uit een vijftal namen. Hij was wel degene, die de aanval op konvooi OB-290 inzette, de oorzaak werd tot de ondergang van vier schepen en daarmee de directe dood van 7 opvarenden.
Beekman heeft ook nooit geweten dat het Duitslands meest bejubelde duikbootkapitein was die het konvooi aanviel. Voor hem en alle bemanningsleden was het ‘slechts’ een duikbootaanval.
“Torpedo’s” klonk een schreeuw in de nacht, maar het was duidelijk dat een onderzeeër het konvooi onder vuur had.

Desondanks wist Beekman wel wie Günther Prien was. Immers was hij het geweest die in oktober 1939 met de U-47 de Britse marinebasis Scapa Flow op de Orkneyeilanden was binnen’geslopen’ en de Britse oorlogsvloot een gevoelige slag had toegebracht toen hij het slagschip HMS ‘Royal Oak’ met enkele torpedo’s de grond in boorde. Prien werd de held van Duitsland.
Dat feit moet Beekman dus hebben geweten en het was het toonbeeld welke dreiging op zee heerste. Ongetwijfeld heeft hij gedacht aan zijn tijd bij de Marine op het torpedo-instructieschip Hr.Ms. ‘Marnix’ en wellicht wenste hij dat hij zijn opleiding daar had kunnen voleinden.
Anyway, twee weken nadat Prien Beekmans konvooi had aangevallen, werd de U-47 getroffen ten zuidwesten van IJsland tijdens de aanval op konvooi OB-293. De onderzeeër werd aangevallen door de Britse torpedobootjager HMS Wolverine en HMS Verity, die om beurten elkaars ASDIC-blinde vlekken bedekten en patronen van dieptebommen lieten vallen totdat de U-47 bijna naar de oppervlakte steeg voordat hij zonk en vervolgens explodeerde met een oranje flits zichtbaar vanaf het oppervlak. Andere Britse rapporten van de actie vermelden een grote rode gloed die diep onder het oppervlak verscheen te midden van de dieptebomexplosies.
(ASDIC was de eerste actieve sonartechnologie. Het systeem werd in 1922 in productie genomen.
Bij actieve sonar zendt het sonarapparaat een geluidspuls uit (ping), om nadien naar de weerkaatsing ervan te luisteren. De afstand tot een object wordt bepaald uit de tijd die verstrijkt tussen de emissie en de ontvangst van de puls. Om de grootte van het gedetecteerde voorwerp te bepalen gebruikt men meerdere hydrofoons en meet men de respectieve ontvangsttijden.
Passieve sonarapparaten luisteren alleen maar. Toepassingen zijn bijvoorbeeld het opsporen van onderzeeboten, het tellen van zeedieren en het meten van regenval.)
Beekman was op 26 februari al naar de zeebodem gezonken toen de sloep waarin hij lag verging. Twee weken later volgde Prien. Tonnen kubieke meters water vormden hun beider overdekking op bijna dezelfde locatie. Ongeveer de afstand tussen hun woonhuizen.
U-47 60°47’N 19°13’W ; Beursplein 54°20’N 16°00’W

