Het is bekend waar Beekman was op sommige hoogtijdagen: zo was hij in Alkmaar op 6 september 1898, toen de achttienjarige prinses Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam werd ingehuldigd en zij koningin van Nederland werd. Hij zong er luidkeels het Wilhelmus. Op 14 september 1904 was hij in Den Helder. Toen kwam de koningin zelf.
Ter gelegenheid van 75 jaar Koninklijke Marine bezochten koningin Wilhelmina en prins Hendrik op 14 en 15 september 1904 de marinewerf. Beekman had toen net 14 dagen provoostarrest omdat hij (1) zich zonder toestemming buiten de gemeente had begeven en 72 uur na het tijdstip waarop hij aan boord terug moest zijn zich had gemeld aan de marinierkazerne te Rotterdam en (2) zijn overjas had verkocht.
Maar als Hare Majesteit komt, is men coulant: na vijf dagen zwaaide de deur van het provoost (militaire gevangenis) open en werden de resterende 11 dagen kwijtgescholden. Koninklijk amnestie. Of Beekman de jonge vorstin, die slechts vier jaar ouder was dan hij, heeft gezien, is niet bekend.
Wilhelmina bracht een mooi kado mee voor de herdenking: een historisch vaandel. Zij schonk dit aan het Korps Adelborsten van het Koninklijk Instituut voor de Marine. Het was de vlag die haar oom prins Frederik, de tweede zoon van koning Willem I, op 24 april 1830 aan het korps overhandigde. Bij Koninklijk Besluit werd het als vaandel erkend.
Wilhelmina had een rede gehouden en besloot deze met “Onze grote vlootvoogden namen Gods Woord tot richtsnoer van hun leven en beschouwden vroomheid als eerste deugd. Toekomstige zeeofficieren, volgt dat voorbeeld, en vergeet nooit dat, waar gij ook moogt komen in den vreemde, gij den roem hebt hoog te houden van onze zeehelden van voorheen.”
Na het houden van deze rede gingen Wilhelmina en Hendrik aan boord van de ‘Hertog Hendrik’.
(Bron: Gids voor Militairen in Ned. Indië. uitgegeven door het bestuur van de Vereeniging voor Evangelisatie onder de Militairen in Ned. Indië, Amsterdam 1905)
Dat was echter allemaal voorbijgegaan aan Cor, die dan wel amnestie had gekregen, maar verder niets gezien had van het officiële gezelschap. Hij was geen adelborst en zou dat nooit worden ook.
Het vaandel ging in 1940 mee toen ‘Willemsoord’ werd overgeplaatst naar Groot-Brittannië waar de Kon. Ned. Marine tijdelijk het opleidingsinstituut voor Marine-officieren vestigde. Nog later ging het vaandel naar de Antillen. Sinds 1946 was het weer in gebruik in Nederland. Het doek is vanaf 1904 meerder malen vervangen, data zijn niet meer te achterhalen.
