Kapt. Rietbergen van de ‘Amstelland’ vergde het uiterste van zichzelf

Vandaag had ik een verrassend en informatief gesprek met Stef Rietbergen, de kleinzoon van kapitein Rietbergen. Bijna 7 jaar geleden had hij gereageerd op het bericht dat Piet de Visser was onderscheiden en een kort verzoekje tot contact had direct succes. Kapitein Rietbergen was gezagvoerder van de Amstelland, dat in hetzelfde konvooi voer als de Beursplein.

Inwoners van Zwijndrecht zullen bij de naam direct denken aan de flat in de wijk Kort Ambacht. In 1965 werden vijf bronzen plaquettes onthuld met de namen van de vijf kapiteins van de koopvaardij die in de tweede wereldoorlog ‘moedig strijdend tegen de vijand’ het leven verloren. Zij kregen als eerbetoon elk een naar hen vernoemd flatgebouw. (Naast Kapitein Rietbergen, ook Kapitein W. Horsman, Kapitein Tj. Luidinga, Kapitein J. Stamperius en Kapitein C.P. Dekker.)

De Amstelland voer in dezelfde kolom (rij) als de Beursplein in konvooi OB-290 met 1 schip ertussen, de Leeds City. Van de 5 schepen in die rij werden alleen de 3 genoemde schepen geraakt. De Leeds City werd uiteindelijk de Clyde in gesleept, de Beursplein en de Amstelland zonken pas de andere dag. De Amstelland had slechts 1 dode te betreuren: de kapitein.
Onder begeleiding van de Britse torpedobootjager HMS ‘Vanquisher’ was getracht het schip naar een Engelse haven te brengen, maar het zonk alsnog in de zuidelijke uitgang van de Ierse Zee.

Over het gebeurde met de kapitein schrijft S.J. Graaf van Limburg Stirum in zijn boek ‘ Varen in oorlogstijd’:
De 1e officier, de hoofdmachinist en de 2e machinist maakten daarop nog eens een ronde door het zwaarbeschadigde schip en constateerden, dat de scheuren in de huid zich steeds dieper verplaatsten, dat het dek meer en meer uit zijn verband geraakte en dat het water in de ruimen I, II en III en op de stookplaats bleef rijzen. Dit laatste zou weldra  tot gevolg hebben, dat de olietoevoer tot de ketels onmogelijk werd, zodat dan geen stoom voor de lenspompen zou worden geproduceerd. De bak en de voorkuil begonnen reeds onder water te komen.
De stoom werd daarop afgesloten en tegen drie uur gingen de laatste mannen op het schip in de boten. Kapitein Rietbergen bleef aan dek, totdat de laatste van zijn manschappen de boten had bereikt. Daarna daalde ook hij langs de stormladder af. Er liep op dat moment hoge zee en zware deining, waardoor de sloep nu eens tegen het schip sloeg en dan weer op enige afstand daarvan af.

Halverwege de ladder gekomen wilde kapitein Rietbergen zich blijkbaar overtuigen, wat het beste moment zou zijn om in de sloep te springen. Hij draaide zich daarvoor een halve slag om, liet de linkerhand los en viel toen, vermoedelijk als gevolg van grote vermoeidheid, tussen het schip en de boot te water. Ogenblikkelijk schoot men toe om hem te grijpen, doch juist lag de sloep op ongeveer drie meter afstand van het schip, dat vrij hevig slingerde. Voor men bij de drenkeling was, was deze, drijvend op zijn zwemvest, door een aanschietende golf verder weggeraakt, en hoe men zich ook met roeien inspande, de mannen in de boot konden door de zeer woelige zee hun kapitein niet bereiken. Op de ‘Vanquisher’, die dicht bij lag, had men ook het ongeluk zien gebeuren en met een handig uitgevoerde manoeuvre wist de commandant de drenkeling langszij van zijn schip te brengen. Doch ook de destroyer lag hevig te slingeren, wat het reddingswerk ten zeerste bemoeilijkte. Eerst na 25 minuten gelukte het om kapitein Rietbergen, die toen reeds bewusteloos was, binnenboord te halen. Hoewel gedurende twee uren kunstmatige ademhaling, hartinjectie en zuurstofapparaten werden toegepast, was het helaas niet mogelijk hem te behouden.’

kijk vooral op de site koopvaardijpersoneel40-45

 

Plaats een reactie