De wandelaar uit de Paltz

adolphe-dillens-kleermaker-in-kruiningenHet zal ergens rond 1800 zijn geweest dat de Duitser Philip Hendrik Beckman de grens met Nederland passeerde. De kleermaker was helemaal komen lopen uit Lambsheim. Misschien had hij af en toe een eindje kunnen meerijden met een boer.

Of hij op zijn gemak wandelde om zijn doel te bereiken en onderweg nog wat kleren verstelde- zo verdiende je onderweg nog wat – of dat hij haast had de grens te passeren, blijft raden. Was hij op zoek naar werk of had hij iets mispeuterd en had hij het beter geacht zijn heil wat over de grens te zoeken?
In elk geval blijft hij in Maurik aan een lief meisje hangen met wie hij trouwde. Hij vernederlandste zijn naam van Beckman in Beekman en kon als kleermaker zijn tien kinderen goed de kost geven.

Europa stond rond 1800 aan de vooravond van grote gebeurtenissen en ingrijpende veranderingen.
In 1799 had in Frankrijk generaal Bonaparte de regering omvergeworpen en vervangen door het Franse Consulaat. In 1804 kroonde hij zich tot keizer Napoleon. Deze trachtte – tevergeefs – Groot-Brittannië binnen te vallen en de Franse vloot werd verslagen in de Zeeslag bij Trafalgar. In 1805 volgde de Slag bij Austerlitz waarin het Oostenrijks-Russisch leger werd verslagen In 1806 versloeg Napoleon de Pruisen in de Slag bij Jena-Auerstedt en de Russen in de Slag bij Friedland. De Vrede van Tilsit verdeelde Europa tussen Frankrijk en Rusland.

In 1795 was in Holland de stadhouder verdreven en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vervangen voor de Bataafse Republiek. In 1806 volgde het Koningrijk Holland. De situatie toen in het dorpje Maurik zal niet veel verschild hebben van andere dorpen. In deze onrustige tijden zal de eenzame wandelaar uit de Paltz niet zijn opgevallen.

Het bovenstaande prentje is een detail van het schilderij van Adolf Dillens (1821-1877), ‘kleermaker in Kruiningen’. Niet te lezen is het gedicht tussen de vensters:
Geen mensch men acht/ Als uit zijn dracht/ Dus laat vrij brave kleeren maken/ Wilt gij tot ambt of eer geraken.
Daaraan zal Philip Beekman wel hebben meegewerkt terwijl zijn vrouw Metje Beekman-van Eck voor de koters zorgde. Eerst kwam Cornelis 26-4-1805 (gedoopt 19-5-1805) / 1859, dan Maria  1806-1892 en vervolgens Hendrik Antonie in 1808.

Dan weer een dochtertje; Antonia werd nog geen jaar, de daaropvolgende Hendrik werd 76, Adam, die met Maria Siekot zou trouwen, slechts 52 (1814-1866), 3weer een Antonia (Antonia Hendrika) die maar 8 of 9 werd, Roelofje (46), Aaltje (1), Huibert (1821-?), weer een Aaltje (ook geen jaar), idem Jacob in 1823, idem Jacob in 1824, Jacob (1826-?), Antonie (1829-?) en nog een Beekmannetje op 20 oktober 1836. Een nakomertje.

Die Adam uit 1814, die moeten we in de gaten houden. Een interessante jongen en….. de opa van Cor Beekman.

Plaats een reactie