De vader van Cor Beekman, Gerardus Henricus (‘zeg maar Henri’) voer ook. Hij was ‘varensgezel’. Hoe hij daartoe gekomen was? ‘In het vak gerold’ zullen we maar zeggen. Zijn broers waren wagenmaker, rijtuigschilder, spijkermaker en lintwerker  en van zijn vader erfde hij waarschijnlijk hooguit wat zwerflust. Misschien via zijn schoonvader, die schelpenvisser was.

Op wat voor schepen hij voer, is ook onbekend, mogelijk niet te ver van huis. In elk geval ook vissersschepen. Zo meldde hij zich op vrijdag 31 augustus 1888 – nee het was geen Koninginnedag want Wilhelmina werd pas 10 jaar later koningin – in Hellevoetsluis ter monstering aan bij de vissersvloot. Dat hij niet werd aangemonsterd, lag niet aan zijn vaardigheden. Bekend was dat zijn goede naam in zijn woonplaats wat te lijden had gehad door verschillende weinig eervolle handelingen.
“Hé kijk, daar heb je Beekman, de muzikant.”
“Ja die ken ik wel. Nou die wil ik niet aan boord!”

Twee zoons van Beekman waren ook op zee: Teunis en Bernard, beiden bij de Marine. De zeemacht zoals dat toen heette. Teunis in Hellevoetsluis en later Helder, Bernard in Helder. Van Bernard weten we, dat hij na zijn opleiding op de ‘Siboga’ in de Oost is geweest (1903). De kanonneerboot Siboga was bekend van de expeditie, een Nederlandse zoölogische, botanische, geologische en hydrografische expeditie naar Nederlands-Indië van maart 1899 tot februari 1900.
Ook was hij daar ondermeer op de Hr Ms ‘Assahan’ en Hr ‘Ceram’.

In 1905 diende hij in Holland op Hr Ms ‘Zeehond’ en 1906 Hr Ms ‘Dolfijn’, om deze schepen maar eens te noemen. (E. van Everdingen schreef in 1934 het alleraardigste boekje ‘Met de Hr. Ms. Zeehond naar de Turksche wateren’ (Historisch verhaal van een belangwekkende reis met een klein schip 1896-1897), dit als redundante informatie.)

Nou, en zijn zoon Cor voer dus ook. Begonnen bij de Marine, overgegaan op de grote vaart in 1906, nog gevaren voor de Batavierlijn tussen Rotterdam en Londen en later weer grote zeereizen. Tenslotte vanwege de vaarplicht in 1940 weer formeel voor Defensie en dientengevolge in ‘krijgsdienst’ gesneuveld.