Scheepskok Chris Zappeij kookte nooit voor Beekman

Een dag nadat Beekman was aangemonsterd op de Beursplein op 5 november 1940, werd de scheepskok doorgehaald op de rol. Op zijn kaart staat te lezen ‘Londen Amb. H’ en dat zou dan het Ambassador Hotel zijn. Hij verblijft daar van 7 tot 20 november, zou hij 2 weken verlof hebben gehad? Dan zou hij daar eind september al zijn achtergebleven, want in november was de Beursplein in New York.

Christiaan Willem Zappeij (1-12-1887 / 24-12-1952) was op 10 mei 1940 aan boord gekomen, onbekend is of het schip net Nederland heeft kunnen verlaten of dat het al in buitenlandse wateren voer. De kok woonde nog steeds in zijn geboortestad, in een kosthuis aan de Watergeusstraat 139, maar daar zou hij voorlopig niet komen.
Behalve zijn hospita zouden mogelijk weinig mensen hem missen, Chris Zappeij was ongehuwd. Op 11 juli was zijn 80-jarige vader, ooit bootwerker, overleden; zijn moeder al in juni 1936, zij was 72. Zijn ouders waren op 9 november 1887 getrouwd en 3 weken later werd Chrisje al geboren. Verdere kinderen waren er nooit gekomen in het Lutherse gezinnetje.

Ik kan me voorstellen dat hij in Londen het bericht heeft ontvangen dat zijn vader was overleden. Nu had hij niemand meer. Alleen. Eind september bleef hij in Londen toen de Beursplein naar Halifax voer.

Hoe hij als kok was, weet niemand meer, dus het blijft in het midden of hij plezier beleefde aan smullende schepelingen danwel altijd gekanker moest aanhoren op zijn vreten. Anyway, een schip kan niet zonder scheepskok en op 9 november kwam Pieter Gerrit Sprenger de Rover aan boord van de Beursplein.

Zappeij monsterde twee weken later op 21 november op de ‘Stad Vlaardingen’ waarop hij een dik jaar meevoer, tot 30 december 1941. Hij zal wel blij geweest zijn niet meer op de Beursplein gezeten te hebben, toen hij hoorde dat het schip op 26 februari 1941 was vergaan. Ongetwijfeld heeft hij teruggedacht aan de bemanningsleden voor wie hij zo vaak had gekookt.

Aan hofmeester Mercey  bijvoorbeeld, die nog voor de Batavierlijn had gewerkt en altijd correct was, of de donkey Leen van der Zwan. En de jonge Groninger Jan van Dijk die bij zijn grootmoeder in Soest woonde, 16 was hij. Of stuurman Felius die van de ‘Groenlo’ kwam een maand voor de oorlog uitbrak en op geen ander schip wilde varen dan de Beursplein en het later vertikte om zijn adres in New York te melden. Op de dag van de oorlog kwam stuurman Zeylemaker aan boord in dezelfde functie.
De 2e machinist Mart van Haaren wou ook niet langer varen op de ‘Groenlo’, en 2 maanden daarna droste hij ook van de Beursplein….

Zappeij dacht misschien aan Van Haarens vervanger Wim Burgmeijer die ook van de Groenlo kwam, net als stuur Theunisse; hadden ze een voorgevoel door te drossen van dat schip? De Groenlo was eind november ’41 getorpedeerd. Werkt een voorgevoel maar één keer? De Beursplein…..
In zijn herinnering zag hij de stokers Goedknegt, Munnik, Aries, Philippo en vader en zoon Kazen, de stuurmannen De Wilde en Kolster….. goeie kerels, altijd eetlust. Ook olieman Termijn, die nog een tijd samen voer met collega Haanstra die nog net met de Beursplein de rotterdamse haven had kunnen ontsnappen, evenals 1e machinist Wout Kieviet en matroos Hulstaert en de marconist, hoe hiet die ook weer? Oh ja, Van der Kroef. En dan had je de boots Johan Lobé, die was amateurbokser, en de tremmers Gijs van den Hof en de engelse Ross….
Natuurlijk kapitein Feijes, een wat stugge Fries, kwam hij niet van Schiermonnikoog? Vaak moest Zappeij hem wat brengen in zijn hut, het liefst zo warm mogelijk.

Nu zat hij dan op de ‘Stad Vlaardingen van de Halcyon Lijn. Het schip was in mei 1940 naar Engeland uitgeweken. Op 9 september 1940 raakte het zwaar beschadigd tijdens de duitse luchtaanval in Largo Bay (Schotland). Gerepareerd en eind november voer het weer, geschilderd in camouflerende oorlogskleuren.

Twee foto’s van het ss Stad Vlaardingen. Op de onderste foto is het schip in oorlogskleuren geschilderd.

Na de Stad Vlaardingen kwam Zappeij op oudejaarsdag 1941 als kok op de Amstel, van de firma Vinke & Co. Hij was er op tijd weer af (15 januari 1945) want op 16 november 1945 liep de Amstel, op reis in ballast van Dordrecht naar Piteå , op een mijn en zonk op ca. 25 mijl van het Kielerkanaal, in positie 54º17’NB en 10º37’OL. Alle opvarenden konden worden gered.

Dan tot de zomer op het s.s. Britannic (niet het zusterschip van de Titanic en Olympic van rederij White Star Line, dat schip was in 1916 gezonken; er is wel een mv Britannic (die zal het wel zijn), en daarna ruim 2 maanden op het m.s. ‘Waterland’ van de Koninklijke Hollandsche Lloyd. Eind augustus zien we hem op de Odysseus van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Tenslotte met het passagiersschip s.s. Mecklenburg gerepatrieerd naar Holland op 24 november 1945. De Mecklenburg deed tussen 1941 en 1944 dienst als accommodatieschip van de Royal Navy. Na de oorlog (1946/47) verbouwd voor de dagdienst Hoek van Holland – Harwich.

Hoe het verder met hem verliep, blijft raden. Op 24 december 1952 overlijdt Christiaan Willem Zappeij, 65 jaar oud. Op zijn overlijdensakte staat ‘zonder beroep’. Wie er achter de baar liep van eenzame kok weet niemand meer. Zijn maaltijden zijn verteerd, zijn woorden vervlogen, zijn daden vergeten. Het enige dat rest, is deze magere necrologie.

Ik ben niet meer met u alleen
en van de lezers is er geen
die u nog kent; die lot en leed
zo onafwendbaar, zeker weet.

Waar u ooit voer, of bent gegaan:
lang voor de zon, lang voor de maan
verzinken in de wereldmist
is uw en onze naam gewist.

Zie, sterren reizen langs het raam,
het water stroomt, met tijd tezaam;
het vuur doofd’ uit, de pan koeld’ af
deez’ woorden zijn uw laatste graf.

 

Plaats een reactie